De bouwwijze

Bouwtechniek

Om een compleet Vikingschip te bouwen waren drie verschillende grote werkzaamheden nodig. De grootste was de houtbouw met vooraf bomen kappen en het hout bewerken voor de vele houten onderdelen van het schip. Verder moest het zeil met het touwwerk gemaakt worden en moest het ijzer gesmeed worden zoals voor de klinknagels.

Dorestat-1 in aanbouw

Houtbouw

De ruwe balken en planken werden op maat en glad gemaakt. De eerste fase van het bouwproces was het leggen van de T-vormige kielbalk(en). Daarna begon men met de onderste rij huidplanken en deze werden aan de kielbalk(en) en stevens geklonken. Door de onderliggende rij huidplanken met de daarboven komende rij overnaads aan elkaar te bevestigen, verkreeg het Vikingschip over de lengte een uitwendige skeletstructuur met een grote sterkte en een relatief laag gewicht.

Plankenrij boven plankenrij werkte men overnaads, met soms extra inzetdelen bij de stevens, naar boven toe om de romp te bouwen. Daarbij werden na het klinken van de eerste rijen huidplanken op regelmatige afstanden de V-vormige spanten binnenin de romp aangebracht. Onderling en bij de stevens bevestidet men de huidplanken door ze in voorgeboorde gaten van buitenaf te klinken met onverwarmde smeedijzeren klinknagels, circa om de 2 à 6 duim. Om het loswerken van de klinkverbinding tegen te gaan, werd aan de binnenzijde van het schip over de klinknagel een ijzeren sluitplaatje geschoven, waarna de punt van de klinknagel deels werden afgeknipt en het overige gedeelte werd afgeplat.

Huidplanken die stuitend (met het uiteinde) op dezelfde rij aansluiten op elkaar of op de steven, werden verjongd (afgeschuind) om een betere naadafdichting en een groter bevestigingsoppervlak voor de klinkers te krijgen. Tevens werd deze naad net voor het plaatsen van de aansluitende huidplank reeds gebreeuwd. Het overige breeuwsel tussen de rijen huidplanken werd achteraf aangebracht. Tezamen met een gebrande boomteerolie die tussen en op de houten onderdelen werd gesmeerd, ontstond een goede waterdichte en duurzame romp. Hierna kon men het schip verder gaan opbouwen.

De kolsem (mastvoet) is een speciaal groot liggend eiken onderdeel dat bij langschepen, midscheeps binnenin werd aangebracht. De onderzijde van de kolsem sloot passend aan op de V-spanten. Het was bevestigd met extra houten onderdelen en door te klinken. Op de kolsem kon de onderkant van de houten mast worden gezet, waarna de mast nog extra onderdelen kreeg om deze staande te houden.

dorestat-1 V spanten

De houten onderdelen van het schip die een speciale vorm hebben, zoals de stevens, V-spanten en de kolsem, werden in zijn geheel uit delen van eikenbomen gehaald die van nature reeds in die vorm zijn gegroeid. Een belangrijk laatste onderdeel om het schip betere vaareigenschappen en diepgang mee te geven,wais om het te verzwaren met ballast in de vorm van het plaatsen van stenen (keien) op de bodem van het schip. Per schip, met ieder zijn specifieke bouw, lengte, aantal bemanningsleden en eventuele vracht, kon het ballastgewicht verschillen